Vervolg
Toen ik het vorige seizoen met deze rubriek startte, opende ik met:
'In deze nieuwe rubriek stel ik elke week – als mij dat lukt – iets aan de orde dat te maken heeft met het volleybalspel. Het is bedoeld voor de (toekomstige) scheidsrechters, aanvoerders, spelers en ook het vaak enthousiaste publiek. Wellicht heeft iedereen er in zekere mate iets aan.'
Dit is dan het eerste stukje van het nieuwe seizoen en omdat ik het vorige eindigde met nummer 7, ga ik nu verder met 8.
[8] Volgorde tekens
Ik zag ervaren,maar vooral beginnende scheidsrechters – vaak onbewust – niet altijd de tekens op de juiste manier aangeven. Een scheidsrechter gaf eerst de gemaakte fout aan, gevolgd door het team aan opslag en soms werden zowel fout als team aan opslag gelijktijdig aangegeven en met de tekens 'opslag veld A' en 'bal in' veld B, leek de scheidsrechter een schip dat slagzij maakt, uit te beelden. Dat is niet de bedoeling en ook niet nodig. Verder zag ik dat fluitsignaal en tekens vaak veel te snel achterelkaar aan kwamen. Neem daarvoor de tijd, want anders krijgt niet iedereen altijd mee waarvoor afgefloten is.
Het spelregelboekje is verder duidelijk:
'Als de fout door de eerste scheidsrechter is afgefloten geeft hij in volgorde aan:
a. het team dat het recht van opslag krijgt;
b. de aard van de fout;
c (zonodig) de speler die de fout maakte.'
En in geval er een tweede scheidsrechter is, volgt hij de eerste scheidsrechter door zijn tekens te herhalen.
Als de fout door de tweede scheidsrechter is afgefloten geeft hij in volgorde aan:
a. de aard van de fout;
b. (zonodig) de spelers die de fout maakten;
c. de eerste scheidsrechter volgen met het aanwijzen van de kant van het team dat de opslag krijgt.
In dit geval geeft de eerste scheidsrechter alleen het team aan dat het recht van opslag krijgt. Hij geeft noch de aard van de fout aan noch wijst hij de betreffende speler aan.'
Veel succes met je eerstvolgende wedstrijd als scheidsrechter.