Wedstrijdschema, trainingstijden en spelregels

Help! Ik moet fluiten …

Wat neem je mee:
Scheidsrechtersshirt, -trui / fluitje / sportschoenen / horloge / smartphone (pen).
Zorg dat je een half uur voor aanvang van de wedstrijd aanwezig bent.
1. Stel jezelf voor aan eventuele coaches en teller (als die er op tijd is).2. Vraag official (aanvoerder, coach of teller) om samen het DWF door te nemen. Begin zo spoedig
mogelijk met het controleren van de gegevens.
 Controleer de ‘spelerskaarten’ en klik daarna ‘akkoord’.
 Controleer rugnummers DWF met daadwerkelijke rugnummers.
 Voer bij ‘Officials van deze wedstrijd’ je naam in en die van de teller in.
3. Overleg met de teller. Als hij het DWF niet ‘Live’ bijhoudt, kan hij ‘Start wedstrijd’ aanklikken, maar
verder niets doen. Na de set kan hij ‘Resultaat invoeren’ aanklikken. Hij kan dan na elke set direct
de stand invullen. De Nevobo adviseert voor DWF 2.0 m.n. voor ‘hogere’ teams ‘Live bijhouden’ te
gebruiken.
4. Meet nethoogte: heren 2,43 m., dames 2,24 m. De hoogte van het net wordt in het midden van de
middenlijn gemeten. Boven de twee zijlijnen moet de hoogte precies gelijk zijn en niet meer dan 2
cm boven de reglementaire hoogte uitkomen.
5. Fluit om de aanvoerders te roepen en onthoud wie het zijn voor verder verloop van de wedstrijd.
Op het DWF is spelersnummer aanvoerder oranje. Vraag direct wie de nieuwe aanvoerder is, als hij
niet in het veld staat. De libero mag ook aanvoerder zijn.
6. Stel jezelf en aanvoerders aan elkaar voor.
7. Laat gasten (uitspelende team) kiezen voor opslag, ontvangst van de opslag of veld. Daarna kiest
het thuisteam uit de overgebleven opties.
8. Fluit ca 15 min. voor officiële begin voor inslaan: 4 min. lang / 4 min. kort / 2 min. opslag.
9. Regel de wedstrijdbal bij thuisspelend team.
10. Fluit 3 min. voor aanvang voor de laatste voorbereidingen. Daarna lopen teams het veld in, geven
elkaar een hand en stellen zich weer op buiten het veld.
11. Ga de scheidsrechtersstoel op; fluit voor teams om het veld op te gaan; controleer opstelling beide
teams en geef eventuele libero’s toestemming voor de ‘wissel’.
12. Vraag aanvoerders (en teller) of ze klaar staan; fluiten voor eerste opslag.
13. Time-out: geef voor de teller duidelijk aan welk team aanvraagt. Alle time-outs duren 30 seconden
of zoveel korter als aanvragende team en officials nodig hebben.
14. Geef 2e time-out na beëindiging ervan aan bij aanvoerder of coach.
15. Bij 25 punten (of meer) met twee punten verschil: einde set of wedstrijd.
16. Pauzes tussen de sets duren 3 minuten of zoveel korter als beide teams en de officials nodig
hebben.
17. Bij stand 2-2 in sets, een vijfde set: thuisspelend team mag nu als eerste kiezen. Bij stand van 8
direct wisselen van speelhelft en bij 15 (of meer) met twee punten verschil, einde wedstrijd.
18. Rond DWF af. Controleer eindstand, niet-uitgekomen spelers (aanvinken) en eventuele straffen en
opmerkingen. Aanvoerders vinken af voor akkoord.
19. Bedank de teller, vink af voor akkoord en verzend DWF met de gele knop ‘Verzenden’.

© Hedzer van der Kooi, september 2024

Zaalwacht

Alle thuiswedstrijden van de volleybalclub worden gehouden in sporthal Broekveld in Sleen.

Om wedstrijden te kunnen spelen zijn niet alleen spelers nodig maar ook: tellers, scheidsrechters, veldopbouwers, opruimers en zaalwacht. Jeugd vanaf 13 jaar en senioren worden ingedeeld om te tellen en velden op te bouwen of op te ruimen. Meestal is dit voor of na je eigen wedstrijd. Wanneer je niet kunt, moet je onderling even ruilen.
Per thuisspelende zaterdag wordt een seniorenteam aangewezen om de zaalwacht te assisteren bij het opbouwen en opruimen van de velden.
Er is iedere zaterdag in ieder geval 1 vaste zaalwacht aanwezig en indien mogelijk 2.
Op het Wedstrijdschema voor de thuiswedstrijden kun je zien wanneer je als team zaalwacht hebt of wanneer je moet tellen.