[13] Opstellingsfout.
Veel beginnende scheidsrechters vinden het lastig om opstellingsfouten te zien en dat valt ook vaak niet mee. En als je er dan ook nog voor moet fluiten, is echt wel spannend, want uit ervaring weet ik dat het heel vervelend is als je denkt een opstellingsfout af te fluiten en het blijkt dan dat je het niet goed gezien had.
Als je fluit, kun je niet de opstellingen van beide teams in je hoofd hebben. Fluit je als enige scheids, dan is het handig om met name de positie (spelersnummer) van de spelverdeler en zijn/haar diagonaal in de gaten te houden. Die moeten goed staan en bovendien merk je dan ook beter de 'achterspeler' op, want in de meeste gevallen is de 'achterspelerfout' de fout van de spelverdeler.
Fluit je met z'n tweeën, dan is is gemakkelijker om op opstellingsfouten te letten, maar dan nog. Toen ik begon met fluiten, zat ik er bovenop en als iemand ook maar een millimeter verkeerd stond, dacht ik: 'Yes: opstellingsfout!' Maar daar gaat het niet om: je fluit pas als het duidelijk is en je er zelf van overtuigd bent.
En dan nog: kortgeleden vond ik als tweede scheids dat de spelverdeler vaak zo snel vanuit achterpositie startte dat ik een paar keer floot voor opstellingsfout. Toen ik het daar na de wedstrijd nog even met haar over had, bleek dat ik nog vaker had kunnen affluiten. Zij leefde namelijk in de veronderstelling dat zij mocht gaan lopen op het moment dat de bal opgegooid werd voor de opslag. Voor de duidelijkheid: de rally begint bij het raken van de bal bij opslag.
Dat was ook voor mij weer een leermoment.
Opstellingsfouten leer je zien door veel te fluiten en goed te kijken bij andere wedstrijden. Je kunt bovendien altijd een ervaren scheidsrechter vragen samen te kijken en daar op te letten.